Mijn eerste wacht

9 augustus 2019 - Fécamp, Frankrijk

Zo, met de oesters achter de kiezen, hup naar de sluis.

Vannacht wordt het zeilen. Dat stemt mij een beetje onzeker.

s’Nachts zie ik niet zo heel veel. En s’nachts slaapt een normaal mens, dus we gaan wachtlopen. Dat geeft een lichte spannenig in de maag, in combinatie met de merkwaardige structuur van de oester, wordt dat niet beter, het voelt als een soort beginnent zeeziekje.

Ik leg de boot aan de sluiskade, Pieter doet de voorlijn. Met een vaart duwt een visserboot de sluis in, en stopt precies een meter achter mijn roer. Ik moet lachen om zoveel imponerende vissers humor. 

Het zeegat in, we volgen nog even een ondiepte aangegeven met boeien. Een ferry komt er aan, drie keer zo breed als dat wij lang zijn, dus een flink flat gebouw torst langszaam toch zeker op ons af. “Stuurbooord houden” zegt Pieter. Ach, ik vond dit toch al aardig stuurboord, en eigenlijk zat ik ook een beetje te wachten tot die ferry een beetje aan de kant ging.

Nederigheid.....oke ik ga wel aan de kant.

Er is weinig wind dus varen we op de motor. 

Om 10 uur gaat Pieter het bedje opmaken in het midden van de boot, daar lig je het rustigste. Ga jij maar eerst slapen dan manouvreer ik wel tussen alle tankers die op de ree voor LaHavre liggen te wachten of naar buiten komen varen. 

Lijkt mij een prima idee. .....

Het ligt heerlijk in bed, bij elke golf wordt ik een beetje dieper in de kussens geduwt en als de boot van de golf glij, ga ik een beetje omhoog, zoals een lift die snel naar benenden gaat. 

Inmiddels durf ik wel te zeggen, dat ik niet zovaak zeeziek ben.

Hoe komt dat toch?  Laatst op de camping stonden we vlakbij de schommels.

En die werden actief gebruikt. Ik herinnerde me ineens alle truckjes die ik zelf op de schommel deed. Toen ik vier was kreeg ik van mijn ouders een schommel. Een hele echte uit de winkel, met vier plankjes en touwen aan de zijkant die je hoger en lager kon stellen. Dat deed ik regel matig. Hele maal hoog dat je met een krukje er op moest klimmen en dat het krukje weer weg schoppen. Helemaal laag, 20 centimeter van  de grond en dan staande schommelen, totdat  ik met het plankje de zolde r van de schuur raakte. 

Het mooiste was de ontdekking als de schommel op gewone hoogte was, kon ik achter me met mijn voeten tegen het pas wit gekalkte muurtje komen em vervollgrnd met mijn maatje 32 tegen het plafond, daar onstonden dan prachtige mooie voet afdrukken op het donker onbewerkte hout. En nu op de camping zag ik een vorm van schommelen die ik ook graag deed. Je draait de schommel hele maal in dan komt ze heel hoog te hangen, zodat ik weer op het krukje moest klimmen en dan er in gaan zitten of op je buik liggen. Nog een zetje en dan slingerde ik snel draaiend naar benenden, mijn eigen kermis-atractie. Daar krijg je zo’n heerlijk kriebelig gevoel van in je mag, en als ik dan nog op de grond ging liggen op je rug, draaide ik nog verder, heerlijk. 

Misschien is dat wel waarom ik zo goed tegen de zee kan, en tijdens zwaar weer nog steeds eten kook in de kombuis, want juist bij twijfelachtige magen moet er flinkgegeten worden, anders gaat je maag zweven in je buik en zich ledigen. 

Genoeg gedroomd, ik heb het idee dat ik er al een hele nacht op heb zitten en Pieter me lekker heeft laten slapen. Als ik boven kom is het donker, met overal lichtjes. Sommige herken ik, de wal waar stadjes zichtbaar zijn door de straat lantaarns. Maar er zijn ook allerlei ander moeilijk te defineren lichtjes. Pieter kan er een paar duiden en de rest laat ik maar voor wat het is. Het is ook een beetje gaan waaien en Pieter heeft de rolfok uitgetrokken. Nu ik wakker ben hijsen we ook het grootzeil. Net als we die gehesen hebben stopt de wind er ook mee. Dus alles maar weer opgeruimd en verder op de motor. Even later gaat het weer waaien en trekken we de fok weer bij. 

Ik maak wat eten en drinken daarna gaat Pieter naar bed.

Zoooo, daar zitje dan midden op zee. De motor zacht aan en de zeilen bij om toch 6 knopen te maken. Om mee heen kijkend. Ja, waar let je nu op. 

Het is belangerijk dat je niet tegen een andere boot aanvaart op koers blijft en oppast voor ondieptes. De boot staat op de stuurautomaat, en ik zit achter in de kuip om me heen te staren. Beetje ongemakelijk. Ontwaren welk lichtje er nu wel toe doet en welk lichtje niet. Voor me is een stadje met een buiten havenkom en een aanvaar boeien pad. Uit de verte ziet het er uit als of er niet veel ruimte tussen de boeien is, ik moet de neiging onderdrukken om heel de tijd aan de stuurautomaat te zitten om bij te stellen . En wie kom ik nu het eerste tegen de rode of de groene. Staat allemaal op de plotter, maar ik kan niets zien als ik lang op die lichtgevende  plotter zit te kijken, dus ik volg netjes mijn groene lijntje die aangeeft waar ik heen ga.

Ik kom heelhuids door de boeien rij, als ik dichtbij ben liggen ze echt honderde meters uit elkaar en zou ik moeite moeten doen om er een te raken .

Zo ,puf, die drempel is genomen. Op naar de volgende. Als ik door de boeienrij heen ben, is er voor me helemaal niets meer. Ik vaar zo het zwarte water op. Alleen mijn plotter vertelt me waar ik ben en.....ik kan de kust nog zien. 

De hoge mooie krijtrotsen kust, waar ik zo graag langs wou zeilen, zie ik nu helemaal niets van.

Na een uuurtje ga ik me wat zekerder voelen, ik beweeg me vrij dooor de kuip, veilig aangelijnd aan de lifeline, mocht ik overboord vallen, dan hoort Pieter daar niets van, maar gelukkig sleur ik dan wel aan een gele lifeline achter de boot, mocht hj me kwijt zijn. Dat geeft een heel veilig gevoel. 

Om 3:45 wek ik Pieter. We zijn bijna in Fércamp We hebben twee knopen stoming richting Calais, om dan de haven in te sturen, moet je flink zuidelijke van de haven sturen dan komt je goed uit, de plotter met haar groene lijntje verklapt de voorspelde aanvaar route.

En ja....het lukt, we raken binnen de smalle haven mond van Fércamp.

Dan eens ontwarren wat we hier zien. Het is nog steeds donker, en in de havenmond zjin hoge houten stellage’s gebouwd, volgens mijn alleen maar een toeristen attractie om zo dicht mogelijke bij het water te zijn, ander functies kan ik er niet uithalen, maar maakt voor ons wel een heel vreemde indruk. Waar moeten we heen. De ramen van de brugwachters staan wagenwijd open. Gastvrij worden we welkom geheten. De brug gaat meteen open en we varen de binnen haven in. We mogen liggen waar we willen zei de havenmeesters over de marifoon.

Wat een heerlijke zachte nacht was dit voor mijn eerste wacht.

Zacht schommelde zee, stabiele halve wind en zwoele warme lucht. 

Niemand tegen gekomen op zee. Dit geeft de beginnende zeezeiler moed.

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s