Ik geloof dat ik een beetje zeeziek ben.....

10 augustus 2019 - Fécamp, Frankrijk

Rond de middag worden we weer wakker en ga ik ons maar eens aanmelden bij de havenmeester. Ik boek twee nachtjes want we blijven een dag over in Fécamp omdat er windkracht 6-7 voorspeld is voor morgen. Na het ontbijt gaan we Fécamp verkennen. We belanden in het Benedictiner klooster. Bekend van de Benedictine een drankje van wel 27 verschillende kruiden volgens een recept  van een monnik uit de 16-e eeuw. Als we langs de kruiden uitstalling lopen zegt Margré dat ze haar veel wijs kunnen maken maar dat nootmuskaat, kaneel, kruidnagel, foelie en saffraan nog ontdekt moesten worden in de 16-e eeuw. Maakt mij niet uit, het elixer (40%) smaakt prima. Vervolgens wordt het doelloos door de stad dwalen wat we al snel opgeven en weer aan boord gaan om de administatie maar eens bij te werken. Margaretha zet daarbij haar georgische playlist op en onderga ik een Kashmirse folklore. Het is al 11 uur als we de wal opgaan om een Benedictine in het café te gaan halen. Dat valt nog niet mee. Alle kroegen waar we binnenlopen zeggen dat ze gaan sluiten of al dicht zijn. Het blijft toch tobben met die franse kroegen, 11 uur en dan al sluiten......Maar we geven niet op, het is tenslotte vrijdagavond!! Ergens zal toch wel iets open zijn? Gelukkig hebben we Google en die heeft nog twee kroegen in de aanbieding op loopafstand. De eertste is dicht als we aankomen, maar de laatste optie blijkt gelukkig nog open. Het is dan ook een Ierse pub, en gezellig druk. Of ze Benedictine hebben vraag ik.....wat?.....Benedictine! Nee dat hebben we niet. Kennelijk is het Elixer geen succes in de kroeg. We stappen vervolgens naadloos over op bier. We krijgen wat aansluiting met de locals en hebben “diepgaande” gesprekken gebruikmakend van ons  gebrekkige frans en hun nog gebrekkiger engels. Het valt ons wel op dat naarmate de avond vordert onze communicatie steeds vloeiender verloopt........Uiteindelijk rollen we als laatste de kroeg uit en deinen we terug aan boord.

De volgende ochtend of liever gezegd middag ga ik maar eens ontbijt halen. Als ik terug kom komt Margaretha me al tegemoed lopen over de steiger. “Ik ben geloof ik zeeziek” zegt ze. Ik kijk verwondert? Jij zeeziek? Ja, ik moet vaste grond  voelen zelfs van deze steiger wordt ik al misselijk. Ik moet de wal op. Misschien dat laatste biertje niet moeten nemen van die fransman? Opper ik. Ja maar dat was omdat jij gezegd had dat jij nog wel een biertje wilde hebben. Ja maar dan hoef jij toch niet te nemen? Ja maar dat begreep die fransman niet en toen kreeg ik toch een biertje en het is toch niet aardig om dat dan niet op te drinken. Nee dat is dan niet aardig......en nou ben je “zeeziek........”

Om het herstel te bevorderen stel ik voor om een wandeling te gaan maken. Het is ondertussen de beloofde windkracht 6-7 gaan waaien en als we langs de pieren lopen zien we dat er een repectabele zeegang tussen de havenhoofden de haven inloopt. Iedereen blijft binnen liggen vandaag. Vervolgens klauteren we de krijtrotsen op die zo’n 100 meter boven de haven uittorenen. Boven aangekomen genieten we van het uitzicht en Margaretha steekt nog maar eens een kaarsje op in een kerk terplaatse die gewijdt is aan op zee verdwenen zeevarenden, vooral van vissers die helemaal bij New Foundland of Terre-Neuve zoals de fransen zeggen op kabeljauw gingen vissen. 

Onze zieke hersteld voorspoedig en de meegebrachte lunch blijft zowaar binnen.

Als we weer terug zijn bij de boot besluiten we om de boot te verplaatsen naar de buitenhaven zodat we morgen niet hoeven te wachten op het openen van het havenbassin. Ik loop naar het havenkantoor om door te geven dat we willen gaan verleggen. Maar de wind is nog wat aangetrokken en omdat de golven recht op de havenmond staan golft het in de buitenhaven ook behoorlijk en de boten liggen te steigeren in hun boxen. Zelfs een deel van het steiger is afgebroken en wordt met spanbanden bij elkaar gehouden. Geen goed idee dat verleggen, morgenochtend wachten we wel tot het bassin opent.

Foto’s