Stormy Tuesday

15 augustus 2019 - Boulogne-sur-Mer, Frankrijk

Toen wij Fécamp verlieten, verlieten wij Fecamp.

Het had gestormd zoals Pieter beschreef, en de branding spoelde nog steeds ver de haven in.

Vissersboten snelden ons voorbij. En wij maakte ons op voor een branding doop.

Hoog werden we door de golven opgetild en hard werden we dan weer neergesmeten 

Een heerlijk spectakel van water en wind.

Op zee was een flinke bries 4 a 5. Met volle tuigage ruime wind koersten we naar het noorden. Heerlijk....het ontbijt achter de kiezen, alles onder controle....ik ga even plat. Aan boord is het belangrijk dat je goed op je energie huishouding let, want je weet nooit wanneer je weer aan de bak moet. Herrie in de kuip. Piet Piraat de matroos met één arm begeeft het. De achterrollers zijn te zwaar voor hem. Zijn arm schiet uit de kom, de kop draait in de wind, het zeil gaat flapperen en de grootschoot draait zich met schone slagen om de de roerboom. Paniek. 

Ik spring in de kuip, alle hands aan dek. Pieter ondoet het roer van zijn innige omhelzing met de grootschoot, neemt het roer over waar Piet zijn taak verzaakt en gaat zelf aan het roer.. zo.....weer rust in de kuip.

Ik laat me lui achterover zakken en val in slaap op de grote tree voor de kombuis.  

Als ik wakker wordt voelt ik dat de wind flink aangetrokken is; “ moeten we niet reven”. Ja....maar we missen een handje. De automatische stuurautomaat lijkt echt overleden. En ik kan niet en het roer houden en het zeilen laten zakken, terwijl Pieter een rif zet. Dus zeilen we  met ietwat te veel zeil verder. Kan ook.

Ik laat me overweldigen door de golven om mee heen. Die 2 en soms 3 meter hoog zijn. Ik ontdek dat golven een hoge kant en een flauwe kant hebben. Vanmorgen toen we door de branding naar buiten stuiterde, knalde we hele tijd tegen de stijle kant aan, die vervolgens met veel gespetter uiteen spat op onze boeg. 

Nu op volle zee, varen we bijna voor de wind. De golven rollen harder dan wij. Die stijle kant zie je dan aan komen rollen. Ze groeit soms tot 3 meter hoog, als ze een metertje achter de spiegel is, propt ze zich met veel geraas onder de boot door. We worden hoog op getild, eerst met de kont in de lucht en dan als laatste de punt omhoog, dan is ze weer voorbij.  Er volgen weer heel wat kleiner zusters van haar. De koers wijzigt een beetje de golven rollen nu van de zijkant. Kijken wat er nu gebeurt. Het lijkt wel als of de golven aan boord willen stappen, maar als ze net hun been over de rand willen slingeren, kruipen ze toch onder de boot door. Om ons vervolgens knoert snel naar beneden laten glijden.

En het duurt wel even voordat je het vertrouwen heb, dat dit altijd goed gaat.

Pieter gaat op het zelfde plekje liggen waar ik zo heerlijk gedroomd heb, maar op hem heeft de sensatie van opgetild en neer gedrukt worden een heel ander effect. Laat mij maar weer even aan het roer zitten. 

Onze avondmaal bestaat uit “pom de mer”, aardappeltjes in de schil gekookt in zeewater. Het is de bedoeling dat het zeewater verdampt en het zout op de schil een hard krokant korstje achter laat. Maar met deze wilde zee, is dat niet helemaal mogelijk. Ik twijfel of mijn aardappeltjes niet aan gaan branden. En we hebben nu echt wat sterke kost nodig. Unoxrookworst doet wonderen. We voelen ons versterkt voor de volgende  uitdaging 

Haven in zicht, het is inmiddels een uur of 21:00. Volgens onze plotter zjin we om 22:00 in de haven. Het is wind kracht 6 met vlagen van 7. De koers is recht voor de wind de haven instuiven. Wat veel risiko’s met zich mee brengt. 

Omdat je ineens een gijp kunt hebben, het grootzeil met een klap aan de andere kant wil staan, wat met deze windkracht niet zo prettig is. Bouloune heeft wel een vriendelijke halletje gemaakt achter haar voordeur. Als je door het haven hoofd heen bent is er nog een voorhaven van een mijl waar je nog kunt zeilen. Dus we kunnen zeilend de haven in. Pieter besluit met halve wind naar binnen te zeilen. We varen dus een beetje voorbij, en draaien tegen de wind in een stormrondje. Imponerende golven van vier meter rollen aan en gaan onder ons door. Nu recht op de haven af. Een beetje hoog aan mikken want we hebben ook te maken met een stroming van 2 knopen die ons opzij zet. 

Op de pieren van de haven slaan de golven soms 10 tot 20 meter de lucht in.

Een indrukwekkend gezicht, ik probeer de gedachte weg te drukken wat er met ons bootje gebeurd als we daar terecht komen. Concentreer je op de haven hoofden.

Vuurtoren stuurboord,  lichtje bakboord. Het is moeilijk in te schatten hoe ver alles is, omdat we geen referentie hebben. Er staat geen autootje naast de vuurtoren en helemaal geen mens. Er is zowiezo niemand op zee. 

Dichterbij de havenmond, wordt het spektakele nog een tandje sterker, we krijgen te maken met de grote golven die terug kaatsen van de zeewering. Voor en achter ons zo’n enorme golf van 7,5 meter hoog en wij er tussen.

 Ik omarm een lier, hou me mond, om de schipper niet in de war te maken.

Wil niet de golf voor me zien, wil niet de golf achter me zien, ik wil helemaal niets zien. Kijk naar de lier in mijn armen. En denk dat we om 22:00 in de haven zijn.

Voor de haven mond wordt het rustiger, de golven worden daar niet terug gekaatst, nog even....vlak onder de vuurtoren langs, daar komt de wind en de stroming vandaan, dus daar kunnen we dan niet tegenaan spoelen. Rust.

We zijn er door. Ik neem het roer over, om de boot in de wind te sturen en Pieter laat de zeilen zakken. 

Yes, ik kan dit. De adrenaline laat mijn lijf tintelen. Van de dieren heb ik geleerd, dat je na een gevaar flink moet schudden om dat weer kwijt te raken. In het donker varen  we de jachthaven binnen. Het is druk en alle boxen zijn vol, dus we meren aan naast een belgisch jacht waar we “hartelijk” onthaald worden door een brompot met rotterdams accent, die als welkoms zin heeft, “je mag hier liggen, maar morgen vertrek ik om 7:30.” Dit herhaalt hij een aantal keer en ik kom er achter dat hij niet meer woorden bezit als deze 10 woorden. 

Met glorieus gevoel, doen we nog een laatste maaltje, Yes dit kunnen wij.

Foto’s