Scheepsjargon

8 augustus 2019 - Ouistreham, Frankrijk

Vannacht om 24:00 uur in de haven aan gekomen. 

Volgens onze buurman waar we aan vast gingen liggen zou om 2:30 de sluis open gaan. Waarom niet nu, dacht ik, het was een altijd bevaarbare haven.

Oké. Worden we om 1:35 al op de boot geklopt. Hj had zich vergist. De sluis draait om 1:45. Ook goed. We snellen ons aan dek, en sjezen door de sluis.

Om 3:00 liggen we na gedane zaken weer rustig in bed. Heerlijk morgen uitslapen. Om 10:00 wordt ik gewekt door Pieter met verse croisoants, die was al naar de bakker geweest. We rommelen lezen en schrijven wat. 

Ik poets de boot zo’n beetje, met een pijnlijke vinger.

Gisteren de genaker overstag. Dat is een hele klus. .....

Waarbij ik nu ineens bedenk, dat ik in zeiljargon aan het spreken ben.

Waar ik in het begin toen ik met Pieter ging zeilen zo’n hekel aan had.

Elk touwtje aan boord heeft een andere naam.

Ook elk houtje en ijzertje heeft zijn eigen naam, zelf de bewegingen en handelingen hebben namen die ik nog nooit op school geleerd heb.

Bij ons thuis, werkte mijn vader met boten. Hij ging als opzichter/boer met zijn boot naar het land, een soort moeraseiland, en daar legde hij de boot vast met een touwtje. Verder gebruikte hij ook weleens een touw, om het hooi mee vast te binden wls de schuit hoog opgeladen was. Zeilers zouden dat vast een “opknoper” genoemd hebben of zo. Wij noemde dat gewoon touw.

Toen ik met Pieter begon te zeilen, moest ik met landvasten de boot vast leggen, en met de schoten de zeilen aantrekken.

Sommige woorden zit best wel een logica in, zoals “de vallen”, als je die los maakt vallen de zeilen op het dek.

Deze middeleeuwse woorden hebben me er ook van weer houden om iets te gaan begrijpen van de voorrangs regels op het water. Zeilen met de wind had ik snel door, maar wat je met die andere boten moet doen? Daar zijn eigen maar twee regels voor, zei Pieter des tijds Loef wijkt voor lij. En.....Bak heeft voorrang.

Nou dan weet je het. Zulk middeleeuws taalgebruik had ik nog nooit gehoord.

Het heeft ook zeker 10 jaar geduurt voordat ik me daar aan durfde te wagen.

Goed.

Elk zeil heeft dus ook een naam, zeil je halve vooor de wind en het waait zacht windkracht 3 a 4, dan doe je de gennaker op. Lijkt op een spinaker, zo’n zeil met een mooie kleur. We sjezen lekker rustig over het water, en doordat de wind en stroming is zoals die is, kruisen we voor de wind. Dat wil zeggen, dat je iedere keer van richting verandert. Prima, leuk. 

Ben je klaar om te wenden, vroeg Pieter. Laat jij de blauwe schoot vieren en trek daarna de rode aan. Maarvdecrode schoot zit gedraaid en wil niet.....Pieter verdwijnt naar het voordek, om daar iets te doen, en ik doe de klussen hier achter. Rode lijn, blauwe lijn.......oh ja.....stuurautomaat nog op het roer zetten. Anders heb ik mijn handen niet vrij. Ik had de boot al in de windgedraaid, moest toen nog klunsen met de stuurautomaat. Onderstussen klotsen de golven flink onder ons door zodat je je zelf ook heel de tijd in evenwicht moet houden. Ik val om.

 Pieter roept van voren: de blauwe schoot! Oke ik pak hem, ik heb hem . Kan mezelf net nog overeind houden. Overal geklepper van zeilen. Trek de blauwe schoot aan. Die kan ik niet houden, ze glijdt door mijn handen. Ik probeer haar toch te houden. Ik ben geen watje, ik kan dat. “Oploeven!”, roept Pieter. 

In mijn hand de blauwe schoot. Die raar  aanvoelt en ineens besef ik. De lijn schiet door mijn vingers, ik brand mijn vingers aan het nijlondraad. Auauauauau. Tranen springen in mijn ogen. Twijfel schiet door mijn hoofd, zouden ze eraf kunnen snijden van dat draad. 

En dan is er rust.

De genaker is tot rust gekomen aan de rode schoot. We zeilen weer prachtig voor de wind. Later laat ik de genakter-los en propt Pieter op het dek, het dunne zeildoek in de tas.

Hoe handig, dat elk touw en beweging zijn eigen woord heeft. Waardoor we elkaar snel begrijpen. 

En handig die fancy handschoentjes die ik heb gekocht........moet je ze nog wel aandoen.

De rest van de dag doen we rustig aan want vanavond om 20:30 varen we weer uit. Op naar Fécamp. Pieter gaat nog wat inkopen doen......neem lekker wat pittigs mee roep ik hem nog na. Komt ie met oesters terug.......is ook pittig voor je toch?

Foto’s

2 Reacties

  1. Wim:
    11 augustus 2019
    Touw(tje), opknoper, landvasten, schoten, vallen, (nijlon)draad..... Doe mij die oesters maar!
  2. Pieter:
    12 augustus 2019
    Van Margré mag je ze allemaal....😁