Door het Crinan kanaal

16 juli 2018 - Crinan Canal, Verenigd Koninkrijk

We lopen nu ongeveer 500 mijl achter met onze verslaglegging. Dus we gaan maar eens dagen combineren. Gisteren was dus weer erg gezellig. Gelukkig waren de Schotten zo verstandig om bij nader inzien niet in te gaan op IJsbrands uitnodiging anders was gegarandeerd onze drankvoorraad geplunderd en waren we nu nog niet wakker geweest. Dus dankzij de verstandige  Schotten zijn we om 9 uur weer wakker. We maken los van onze meerboei en varen naar de fuel-jetty. Daar vullen we onze voorraad diesel weer bij. Zodra we de haven uit zijn gaat IJsbrand “even liggen”. Het is windstil en druilerig weer. Het wordt dus motoren in de regen vandaag. De wolken hangen soms tot op het water. Van de boten om ons heen zie we dan alleen de masten er nog bovenuit steken. Omdat er voor de eerstvolgende dagen ook geen wind voorspeld wordt is de logische route door het Crinan kanaal. Een 9 mijl lang kanaal met 15 sluizen waarmee we een omweg om het schiereiland Kintyre voorkomen. Na een hele dag motoren arriveren we tegen de avond bij de ingang van het kanaal. We meren af aan een meerboei. De volgende ochtend roepen we de sluis op via de marifoon en kunnen gelijk naar binnen. Het kanaal is in gebruik sind 1801 en volgens goed Brits gebruik is er sinds die tijd niets aan verandert. Alleen de beide zeesluizen aan weerszijde van het kanaal zijn mechanisch bedienbaar gemaakt. De overige 13 sluizen moeten we zelf bedienen. Voordat we de zeesluis mogen uitvaren moeten nog wel even de doorvaart afrekenen. “Dat is dan 125 pond” zegt de sluiswachtster met een glimlach. Ik vraag of ik het goed verstaan heb. Jazeker, en u mag daarvoor vier nachten in het kanaal verblijven. Ik probeer nog te beargumenteren dat we maar één nacht blijven, maar ik krijg alleen een glimlach terug. Met dezelfde emotie als “Ronald Goedemond bij de Sissy Boy” reken ik af. Als ik het IJsbrand vertel wil hij in de sluis nog omdraaien. In ieder geval kunnen we zeggen dat we hebben bijgedragen aan het behoud van een stukje Brits erfgoed. Samen met een ander zeiljacht meren we af in de eerste sluis die we zelf moeten bedienen. Gelukkig zit er op het andere zeiljacht een gezin met vier pubers die enthousiast -voor een pak stroopwafels- onze lijntjes vastmaken en de sluisdeuren bedienen. Het is zaak om goed vast te maken in de sluis want bij het vullen van de sluis gaat het er wild aan toe. Halverwege het traject op het hoogste punt, zo’n 20 mtr boven zeeniveau gaan onze sluisgenoten overnachten. Wat doen we, gaan wij nog door of zullen we ook maar aanmeren? Iemand van ‘The Scottish Canals’ geeft uitsluitsel want we kunnen zowiezo nog maar één sluis verder omdat de brug erna niet meer bedient wordt vandaag. Verder horen we dat sluis #2 -voor ons dus de één na laatste sluis- defect is en ‘hopefully’ morgen rond twee uur weer gerepareerd is. De volgende dag na de middag krijgen we het goede nieuws dat sluis #2 gerepareerd is. Onze pubers zijn nog nergens te zien dus IJsbrand zal aan de bak moeten. Uiteindelijk zijn we vier uur ‘s middags weer op zee en hijsen we de zeilen. Helaas neemt de wind al snel af en moet de motor gestart worden. We besluiten te gaan ankeren in een beschutte baai. Als we de baai binnenvaren blijkt er ook een zeehondekolonie te zijn gehuisvest. Na het eten gaan we die met de dingy als echte “Freek Vonk’s” eens van dichtbij bekijken. Uiteraard plonst de hele kolonie met veel kabaal te water als we te dichtbij komen. Om ons vervolgens vanuit het water eens nader te bestuderen. Na een tijdje hebben we het wel gezien en peddelen we weer aan boord.

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s