Witte rotsen en een zwarte trui

29 juli 2020 - Møns Klint, Denemarken

We zijn speciaal naar Møn gekomen omdat ik de krijtrotsen graag wilde zien. En na zo'n sloom middagje boekje lezen terwijl Pieter druk aan het zeilen was heb ik best zin in iets actiefs. “Kom we gaan wandelen”, het is maar 1.5 uur lopen, volgens googlemaps”,zei Pieter 

Dat doen we. Het is rond de middag als we vertrekken. Ik doe wat eten en drinken in een tasje, en de regenjassen gaan mee. Na een half uurtje lopen hebben we die al nodig. We passeren een man een vrouw met een hond. 

Het blijft bij een buitje, even later klaart het weer op. Wandelen langs de geasfalteerde weg vinden we echter niet leuk en we besluiten een avontuurlijkere route door het bos te nemen. Is maar ietsie om. Het is een prachtig bos en we dwalen op de steile krijtwand af. Na een poosje kunnen we de zee tussen de bomen door al zien glinsteren. We zijn best hoog lijkt het. Als we bij de kliffen aankomen zijn de mensen op het strand piepklein. Hoe komen ze daar eigenlijk?

Als we de rand van de klif een poosje volgen komen we bij een houten trap die zich met lange bochten tussen de bomen door naar beneden slingert. Mensen komen ons omhoogzwoegend tegemoet. Wij gaan in lichte tred naar beneden. Als er weer een buitje overkomt schuilen we even onder de bomen op zo'n leuk rustbankje die ze op regelmatige afstand aan de zijkant hebben gemaakt om de zwoegers op adem te laten komen.

Opeens kom ik erachter dat mijn trui niet meer om mijn middel hangt.

Nee toch,  mijn mooi zwarte lievelings trui ! Even teruglopen zegt Pieter. Maar Ik heb echt geen zin om weer helemaal weer naar boven te sjokken. Trouwens ik heb geen idee waar ik hem kwijt geraakt ben. Ik kan hem ook wel ergens in het bos verloren zijn. 

Ik leg me neer bij het verlies en in gedachten wens ik dat de volgende eigenaar er net zo blij mee wordt als ik was. Want het was echt een hele fijne warme trui. 

Beneden aangekomen, staan we onder een stijle witte krijtwand die ik indrukwekkend hoog vind. Ik schat wel 400 mtr hoog. Pieter is gematigder en denkt 200 mtr. We wankelen over de grote stenen van het keienstrand. We overwegen of we helemaal over het strand terug naar de boot zullen lopen. Nee... toch maar niet, dit loopt echt niet fijn. En... mijn fijne linnen gympen lijken op de één of andere manier toch te klein geworden. Ook raar, ik werk altijd op deze schoenen en dan loop ik toch ook vele kilometers over die lange gangen?

Boven aangekomen stelt Pieter voor om alsnog de wandeling terug te maken. “Misschien ligt je trui er nog” Nu ik toch weer boven ben kan ik het allemaal wel weer overzien en vind het ook een goed idee.

Ik bid nogmaals tot de heilige Franciscus of hij er nu toch maar weer voor wil zorgen dat de trui  terug bij mij komt.........Ik twijfel en klein beetje over mijn dubbele boodschap die ik het universum in zendt.

We zijn bijna terug bij onze trap als we de trui zien hangen aan een hekje. Jippie...mijn dag kan niet meer stuk!

Tijd voor de terugtocht. Het is ondertussen avond aan het worden en de meeste toeristen zijn vertrokken. Ik trek mijn pijnlijke schoenen uit en loop met mijn blote voeten over het door de vele toeristen aangestampte pad.

We lopen hoog en kijken uit over zee en passeren de Koningsstoel het hoogste punt van de krijtrotsen met 128 mtr toch lager dan we dachten.

We passeren nogmaals de man de vrouw en het hondje. 

Ik herinner me dat ik op mijn werk nooit sokken aan heb en trek mijn schoenen zonder sokken aan. Dat loopt een stuk beter. 

We lopen lopen lopen lopen en de klif wordt navenant lager. 

Peter bestudeert de kaart en hoewel de kaart geen pad aangeeft kunnen we volgens hem ook over het strand terug lopen naar de haven.  lk stribbel tegen. Mijn voeten doen pijn en ik heb geen zin in een avontuur. “Als het niet gaat kunnen we toch terug....” Jaja, ik ken dat...Ik geef mijn verzet op en wapper achter Pieter aan. We komen op een prachtig pad wat zich tussen de bomen langs de zee slingert. Ik waan mezelf een Viking wat nog eens versterkt wordt doordat we langs oude viking grafheuvels komen. Het pad houdt op, de enige oplossing is over het keien strand waar ik al bang voor was. Pieter stelt optimistisch dat om de hoek vast het zandstrand begint. Wat gelukkig ook zo is.

We lopen lopen lopen lopen. 

De lucht begint dicht te trekken. Ver boven zee kun je het al zien regenen. Ik doe er een tandje bij, wil voor de regen thuis zijn. We passeren jongeren die hier, lijkt het, vrij kamperen aan zee, en vuurtjes maken met een biertje erbij. Het ziet er erg gezellig uit.

We lopen lopen lopen... bij mij begint het meer op strompelen te lijken. Mijn voeten doen pijn en nog wat meer scharnieren die ik gebruik bij deze beweging.

Bij iedere bocht hoop ik ook eindelijk de jacht haven te kunnen zien... het wordt steeds later en droog houden we het ook al niet.

Eindelijk komt de jachthaven in zicht. 

Over een kwartier zijn we er, schat ik.

Dat heb ik nog zeker 5 keer tegen mezelf moeten zeggen. 

En eindelijk eindelijk om 21:30 uur zijn we weer in de jachthaven. Zouden we nog een pizza kunnen eten? vragen we bij de pizzeria die we passeren. Nee dat gaat niet meer, we gaan sluiten. Maar afhalen kan nog wel zegt de vriendelijke serveerster. We mogen buiten op het terras wachten waar ze ook nog wel een glas wijn aan ons willen serveren.

Terwijl we zo heerlijk zitten te genieten van ons glas wijn, overwonnen tocht en pizza in het verschiet komen de man de vrouw en het hondje weer langslopen.

Ik spreek ze aan...

Ver hè

Ja, zij hadden het ook iets anders ingeschat.

1 Reactie

  1. A. van Roekel:
    9 augustus 2020
    Dit wordt de 3e poging. Dé vorige 2 verdwenen zonder mijn toestemming. Ik maak het kort: geen wonder dat bij zo'n trip voeten en scharnieren gaan opspelen wel een wonder dat je je trui weer tegenkwam. Lieve groet van Ina en mij voor beiden